Op Radio 1 werd deze week gesproken over de crisisbestendigheid van de EU. De oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) – de voorloper van de huidige EU – in 1951 was het antwoord op de crisis van de jaren 30 en de Tweede Wereldoorlog. Economische vervlechting zou de onderlinge rivaliteit in Europa afremmen, zo veronderstelde de politieke leiders in Europa destijds.
Protectionisme is een rampscenario oordeelde oer-Europeaan Edmund Wellenstein in de uitzending. Vergeleken met de jaren 30 zijn de scherpe randjes van het protectionisme gelukkig wel verdwenen. Toen was er in tegenstelling tot nu geen enkel onderling overleg. Door de strakke EU-regels kunnen landen hun economieën niet meer volledig afschermen. Anno 2009 bestaan geen dounatarieven meer en maakt de Euro valutadevaluatie onmogelijk.
Tijdens deze crisis wil ieder land desondanks in de eerste plaats zijn eigen leed verzachten. De Europese Commissie reageert vooralsnog afwachtend op de crisis. Het lukt haar niet boven de partijen uit te stijgen, terwijl ze juist een een voet tussen de deur moet krijgen.
De verschillende landen willen te veel zelf de touwtjes in handen houden. In het bijzonder Engeland toont zich weerbarstig. Op termijn zullen de Britten toch moeten inzien dat meedoen de beste optie is.