Sterke EU-minister van Buitenlandse Zaken gewenst

Europa is een economische reus in de wereld, maar politiek gezien een dwerg. Deze woorden sprak D66-fractievoorzitter voor het Europarlement onlangs in een radioprogramma van BNR Nieuwsradio. Daarmee vertegenwoordigt zij een stem in Europa die pleit voor een sterk, centraal gecoõrdineerd buitenlandbeleid van de Europese Unie in plaats van de verdeelde en daardoor zwakke indruk die het doorgaans maakt in de mondiale politieke arena. 

Het optreden van Europese landen is het meest recente voorbeeld van die verdeeldheid naar buiten toe. Enrzijds werd vanuit Brussel een delegatie gestuurd naar het Midden-Oosten om te bemiddelen in de crisis, anderzijds is de Franse president Sarkozy op eigen initiatief afgereisd om te praten over een staakt-het-vuren en het openen van vredesbesprekingen. In feite waren dus twee verschillende delegaties van de Europese landen actief in de regio. De Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken Franco Frattini beoordeelt het optreden van Sarkozy als een ondermijning van de Europese strategische positie. De EU moet met één mond praten, wil het serieus genomen worden op het internationale toneel, luidt een veelgehoorde kreet onder commentatoren.

Interessante vraag is, of het Verdrag van Lissabon de politieke slagkracht van de EU in de wereld kan versterken. Het Verdrag - zoals dat daar nu voor goedkeuring ligt - beoogt namelijk een permanente president van de Europese Raad, alsmede een EU-minister voor Buitenlandse Zaken te installeren. Door deze twee nieuwe functies zou het huidige rotatiesysteem, waarbij iedere lidstaat eens in de zes maanden de voorzittershamer in handen heeft, worden vervangen. Volgens voorstanders van ‘Lissabon’ kunnen een permanente president en minister de overige wereldleiders het hoofd bieden.    

Van belang is wel dat, zo beweert Antionio Missiroli van de Londonse denktank European Policy Centre,  de takenpaketten van de president en de minister duidelijk gescheiden worden. Ze mogen niet in elkaars vaarwater komen in de uitvoering van hun werk. Naar buiten toe kan het als een signaal van zwakte worden opgevat als hoge EU-functionarissen met elkaar in de clinch liggen over wie wat mag doen. De lidstaten moeten ook vierkant achter deze president en minister kunnen staan, willen deze effectief kunnen optreden.

Bovendien moeten beide functies bekleedt worden door politieke zwaargewichten met veel aanzien in de wereld. De huidige EU-voorzitter is in bestuurlijk opzicht competent, maar wordt in bijvoorbeeld het Midden-Oosten beslist niet als een seriueze speler gezien. De geloofwaardigheid van de EU is het best gediend als een persoon met een lange staat van dienst de functie van minister of president vervuld. De voormalige Britse premier Tony Blair wordt in dat verband als voorbeeld genoemd.

Volgens de onafhankelijke commentator Peter Sain Ley Berry heeft Sarkozy de beste papieren voor de functie van president, getuige zijn opvallende optredens op het wereldtoneel sinds zijn aantreden als president van Frankrijk. Berry steekt zijn bewondering niet onder stoelen of banken: met zijn Napoleontische energie staat Sarkozy op gelijke voet met de wereldleiders in Peking, Moskou en Washington. Die wereldleiders zullen onder de indruk zijn van zijn verschijning en serieus naar hem luisteren. Hij is exact de persoon, die de EU nodig heeft om haar strategische positie in de wereld te versterken.

Meer genuanceerde stemmen in Brussel zeggen dat het aanwijzen van een potentiële president los moeten staat van de omvang zijn of haar land van herkomst. Het zou immers primair moeten gaan om de capaciteiten van de persoon-in-kwestie.

Bron: EUobserver

Lees ook:Wie is die man?
Lees ook:Sarkozy stuurt grof geschut naar Europarlement
Lees ook:Europese relatie met Rusland moet scherper
Lees ook:De geest van de Generaal
Lees ook:Frans-Duitse Integratieblues

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.